Een president gooit olie op het vuur, de ander geeft bloed

Veel slachtoffers overlijden aan hun verwondingen in het ziekenhuis. Om meer mensen te kunnen helpen heeft de overheid de bevolking opgeroepen bloed te doneren. De Somalische president Mohamed Abdullahi Farmaajo heeft al gehoor gegeven aan deze oproep, toen hij de slachtoffers bezocht. Ook riep hij drie dagen van rouw uit. Hij spoorde de burgers aan om zich te verenigen, omdat een verenigd land dan sterker is tegen terreur. Hiermee doelt hij op de terreurorganisatie al-Shabaab.

De organisatie die waarschijnlijk achter de aanslag zit is de terreurgroep al-Shabaab. De groep begon in 2003 als een geradicaliseerde islamitische jongerenorganisatie, al-Shabaab betekent ook ‘de jeugd’. Hun doel was om de sharia in te voeren, desnoods doormiddel van geweld. De organisatie uit zijn internationale ambities door leden te werven in westerse landen. In 2012 sloot al-Shabaab zich aan bij al-Qaida.

Met hulp van de Verenigde Naties en landen uit de Afrikaanse Unie vormen zij een vredesmacht en heeft Somalië al-Shabaab terug kunnen dringen van een strijdmacht tot een terreurgroep. Al sinds 2011 zijn er in toenemende mate militairen in het land die de regering steunen in de strijd tegen al-Shabaab. Hierdoor zijn er steeds minder gebieden in handen van de organisatie. Kenia wordt ook geteisterd door aanslagen van al-Shabaab. Waarschijnlijk is dit het resultaat van hun deelname aan de Afrikaanse vredesmacht.

Het beleid van Donald Trump zorgt naar verluidt voor meer aanslagen uit de koker van al-Shabaab. Sinds Trump president is van de Verenigde Staten is zijn er meer militairen in Somalië en de omringende landen. Ook zijn er meer aanvallen op de terreurorganisatie geweest. Dit heeft de woede bij de terroristen aangewakkerd. Zodoende is al-Shabaab steeds meer terroristische aanslagen gaan plegen. Correspondent Koert Lindijer stelt dat al-Shabaab als terreurgroep succesvoller is. De aanslag van 14 oktober in Mogadishu is daar een pijnlijke bevestiging van.